Ribanodiso – O’Pedrouzo (21km, 19,2 km van Compostella)

Na een zwaardere dag volgt nu een lichtere en morgen nog een lichtere tot het doel van de pelgrimstocht.

Daarstraks sprak ik erover met verschillende mede tochtgenoten en we zijn het eens dat de tocht lang genoeg geduurd heeft. We willen terugkeren naar de maatschappij. Het is een afgerond geheel en de balans is positief, het is een goede ervaring. Hoe we die ervaringen gaan vertalen naar het dagelijkse leven is nog niet bekend, maar dat er iets in ons veranderde, is wel zeker.

Ligonde – Ribadiso (34km)

Na een goede nachtrust en een typisch Amerikaans ontbijt, met gesuikerde cornflakes, begin ik aan de langste tocht van mijn Camino. Dat komt door een samenloop van omstandigheden; allereerst wil ik minstens 25km lopen, gewoon omdat het lang genoeg geduurd heeft en vooral omdat het niet prettig lopen is tussen de Amerikanen. Vanaf Palas de Rei duiken ze op uit alle hoeken en kanten. Tot Melide, 14 km verder, loop ik tussen groepjes luidruchtig kakelende dertigers en veertigers. In Melide zit ik nog niet aan de vooropgestelde 25km. Ondertussen stuurt Geert een berichtje met zijn stopadres voor vandaag en ik besluit om hem in te halen, maar dat blijkt toch wat verder dan gedacht. Om 17u15 arriveer in Ribadiso.

De verwachte aankomst in Compostela is zaterdag rond de middag, ik heb besloten om door te gaan.

Het weer is een beetje van alles wat: regen, wind, zon, wolken, kou en warm, maar in een goede verhouding. De dagrugzakjestoeristen hebben bij die rugzak ook een doorzichtige plastic poncho gekregen. Als er wat wind komt, verwacht ik het ergste, maar het was nog in orde. Een orkaan zoals we die eind april hadden, overleven ze zeker niet.

Naast de medepelgrims heb ik ook nog wat interesse in kerkelijke aangelegenheden, maar de Sancta Maria van Bardeleiros loenst volgens mij een beetje.
Na Melide zijn de Amerikanen weg en is het terug rustig op de Camino. Daar komt de C.Primitivo samen met de C.Frances er zijn er weer nieuwe gezichten.

Ferreiros – Ligonde (26km, 75km van Compostella)

Geert dacht dat ik nooit zou wakker worden, maar om 6u40 ben ik met tegenzin opgestaan, zeer goed geslapen.

Passage aan punt 100km.

De dag begint vochtig en warm, een beetje zeverregen waar je niet echt nat van wordt. Even voor Portomarin gaat Geert achter een snelle Aziatische aan, ik zie hem nog enkele malen in ander (vrouwelijk) gezelschap tot hij helemaal uit mijn vizier verdwijnt als ik halthoud in Ligonde, na ongeveer 26km.

Dit is wel een van de heiligste albergues die ik tot hiertoe aandeed. Nog voor ik een bed gevraagd heb, krijg ik een cd met de film Jezus. Dezelfde cd ligt op mijn bed klaar.

Er logeert ook een Amerikaanse, helemaal stijf en met blaren op de voeten. Het is haar tweede dag. Er duiken nu veel vooral Amerikaanse ‘pelgrims’ op, op sportpantoffels, met dagrugzakje, en wat verderop staat dan de bus voor de noodgevallen.
Mijn bekering is in volle ontwikkeling: om 17u is er een reflectiemoment, om 18u kijken we naar ‘Maria Magdalena’, een film waarin het bijbelverhaal wordt verhaald. Dan volgt een gezamenlijke maaltijd, met gebed vooraf en gezang achteraf. Ik ben in de pelgrimsherberg van de evangelische kerk Agape terechtgekomen. Morgenvroeg een donativo en weer verder.

A Balso – Ferreiros (29km, 100 km van Compostella)

De hanen kraaien nog volop als ik voor 7u start. De vogels maken enorm veel kabaal als ik door holle wegen de eerste kilometers afleg helemaal alleen, denk ik tot blijkt dat Geert volgt op een halve kilometer, hij heeft me snel ingehaald.

Het is mijn bedoeling om de 100km grens te bereiken en daarom heb ik geen bed gereserveerd, maar de eerste slaapplaats die vrij is, ligt op de grens. Gelukkig, anders moest ik nog 8 km verder naar Portomarin. Ik ben er niet boos om want het is warm en al kwart na drie. Geert arriveert een kwartier later.

Nu komt Compostela wel erg kortbij. Het geeft een dubbel gevoel: aan de ene kant ben ik blij dat alles zo goed verlopen is, en aan de andere kant zal ik binnen een goede week terug de draad opnemen. En hoe zullen mijn ervaringen mijn readaptatie beïnvloeden​?
Tijd brengt raad, en tijdens deze tocht heb ik ondervonden dat je mag vertrouwen op de steun van een hogere macht, als je erom vraagt. Ik vertrouw erop dat het allemaal goedkomt.

Linàres – A Balso (20km)

Het is terug warm op de Camino, voor de grote hitte arriveer ik in el Beso, een ecologische albergue in A Baso, eerste groepje van drie huizen voorbij Triacastela, langs de korte route naar Sarria. De hospitalero is een Nederlander, er zijn 12 bedden en alles is zo ecologisch mogelijk: de materialen voor de verbouwing, de maaltijden, de poetsproducten, kortom, een albergue naar mijn hart, met een tuin met hangmatten, heerlijk.

Het doet trouwens deugd om in het Nederlands aangesproken te worden. Gisteravond genoot ik ervan om samen met Geert te kokkerellen en om bij te praten.

Vanmorgen spreek ik met een man uit Beieren over de redenen waarom mensen de Camino beginnen, we zijn het erover eens dat er evenveel redenen als mensen onderweg zijn, maar sommige zijn volgens ons wel eigenaardig. Een vakantie- uitstapje, of nieuwsgierigheid lijkt ons niet de beste basis om een pelgrimstocht te ondernemen.

Ruitelàn – Linares (13km, rustdag)

Dit is puur genieten: ontwaken met het Ave Maria van Gounod, mooi weer, gezapige bergwandeling,  tijd in overvloed, O’Cebreiro en leuke contacten.

Dat het pad bergop duidelijk gebruikt wordt door paarden die je kan huren om je bagage te vervoeren, ach ja, de ‘shitted boots’ zoals een Litouwse zei, dat zien we straks wel. Het is normaal zeker dat die beesten het op de moeilijke stukken in hun broek doen, maar dan zonder broek?Onderweg zit Steven, een Ier, in de ochtendzon te genieten van een fruitsapje, we stappen samen verder.

In O’Cebreiro kan ik de zondagsmis bijwonen en ik brand er een kaars bij st Franciscus van Assisi voor nonkel Sooi, die gisteren zijn 90e verjaardag vierde. 

Villafranca del Bierzo – Ruitelàn (18km)

Zoals aangekondigd doe ik het nu even wat rustiger aan, 18 km vandaag en morgen de klim naar O’Cebreiro over 10 km. Dan kan ik loskomen van Paola en zo Geert de kans geven om mij in te lopen.
‘Der Weg ist dem Ziel’, stond vandaag in een gastenboek in een kerkje genoteerd en dat is ook wat pater Jef in een commentaar schreef, ik verwacht dat Compostela te druk gaat zijn om af te kicken van al de ervaringen en indrukken die ik ervaar en beleef. Finisterra is mogelijk, ik heb nog wat tijd om dat te beslissen.

De ganse Camino is al druk geweest, ik hoorde dat Pamplona 600 pelgrims op een nacht onderdak moest verschaffen en dat is nog in het begin. Het wordt ook steeds moeilijker om even in de coulissen te verdwijnen voor jeweetwelwat. Er verschijnen ook overal reisbussen die een hoop mensen met paraplu’s en sneakers afzetten en nadien  terug ophalen. Of mensen die met dagrugzakjes van hotel naar hotel trekken. Ik vraag me af of zij de geest van de Camino ook op dezelfde manier beleven.

Toch nog iets nieuws gezien: naaktslakken, allemaal pikzwarte. Wijngaardslakken zitten er al van in het begin.

Ponferrada – Villafrancia del Bierzo (24,1km)

Een tweede regendag op rij, alhoewel dat goed meevalt; tot een uur of 9 en dan terug na 14u, dus de meeste stapuren zijn droog of ongeveer.

De laatste kilometers lopen we tussen de wijngaarden, we zijn na de Rioja in een volgende wijnstreek terechtgekomen. Wat in het oog springt, is de schade aan de scheuten door de vorst, en wat ook opvalt, is dat sommige wijngaarden volledig zijn aangetast en dat anderen geen schade hebben. Zal van het soort druif afhangen, denk ik dan. Ik ben natuurlijk geen kenner, maar volgens mij wordt het een slecht wijnjaar, hoewel de wijnstokken wel nieuwe scheuten krijgen.

Vannamiddag heb ik tegen Paola gezegd dat ik liever alleen verder ga. Het is al de vierde dag dat zij in mijn buurt is, en dat ik ongeveer moet zeggen wanneer ze moet eten en waar ze mag slapen, en dan is het bijna mijn schuld als ze ’s nachts kou heeft of als ze haar paraplu(!) verliest.  Buen Camino verder, Paola.

Nogmaals bewijst de spreuk die Fons aanhaalde: ‘visite en vis blijven drie dagen fris’, zijn waarheid.

Ondertussen is de afstand die ik nog moet afleggen tot Compostela beneden de 200km gezakt. Nog één regendag en dan wordt het weer warm volgens het weerbericht, ik doe morgen en overmorgen twee korte wandelingen​, ander ben ik veel te vroeg daar.

Foncebadon – Ponferrada (27km)

Na een half uur stappen komen we aan het Cruz de Ferro. Ik laat er de stenen achter die mij werden toevertrouwd en ook een grote voor al diegenen die het niet zo woordelijk zegden.

Het is een natte, druilerige dag en de eerste opklaringen komen pas laat in de namiddag, maar dat is goed voor de allergie en eigenlijk vind ik in de regen wandelen niet eens erg. Bij aankomst de douche in en je bent weer opgekikkerd.

Astorga – Foncebadon (27km)

Nu zijn we op het hoogstgelegen bewoonde punt van de Camino op 1400 meter, dus 600 meter klimmen, waarvan 400 meter tijdens de laatste 8 km. De noveenaanbidding van gisteravond in de kathedraal van Astorga voor regen heeft nog niet veel effect gehad; een mager buitje vanmorgen en in de vroege namiddag. Ik ben nog niet lang in de albergue of de hemelsluizen gaan toch helemaal open.

Paola, mijn nieuwe stapgenote, droeg gisteren 2 rugzakken, 1 vooraan en 1 op haar rug, minstens 10 kg en zij weegt minder als ik. Er is een gemakkelijke manier om bagage te laten doorvoeren en ik heb haar ervan kunnen overtuigen om dat eens te proberen en ik mocht ook een deel van mijn bagage in haar rugzak steken, win-win! Zij regelt ook de boekingen voor de volgende dag, dan moeten we ons niet haasten om een bed te hebben. Weer win-win, als tegenprestatie leer ik haar hoe ze haar rugzak moet pakken en geef ik tips om gewicht te beperken.