Ruitelàn – Linares (13km, rustdag)

Dit is puur genieten: ontwaken met het Ave Maria van Gounod, mooi weer, gezapige bergwandeling,  tijd in overvloed, O’Cebreiro en leuke contacten.

Dat het pad bergop duidelijk gebruikt wordt door paarden die je kan huren om je bagage te vervoeren, ach ja, de ‘shitted boots’ zoals een Litouwse zei, dat zien we straks wel. Het is normaal zeker dat die beesten het op de moeilijke stukken in hun broek doen, maar dan zonder broek?Onderweg zit Steven, een Ier, in de ochtendzon te genieten van een fruitsapje, we stappen samen verder.

In O’Cebreiro kan ik de zondagsmis bijwonen en ik brand er een kaars bij st Franciscus van Assisi voor nonkel Sooi, die gisteren zijn 90e verjaardag vierde. 

Villafranca del Bierzo – Ruitelàn (18km)

Zoals aangekondigd doe ik het nu even wat rustiger aan, 18 km vandaag en morgen de klim naar O’Cebreiro over 10 km. Dan kan ik loskomen van Paola en zo Geert de kans geven om mij in te lopen.
‘Der Weg ist dem Ziel’, stond vandaag in een gastenboek in een kerkje genoteerd en dat is ook wat pater Jef in een commentaar schreef, ik verwacht dat Compostela te druk gaat zijn om af te kicken van al de ervaringen en indrukken die ik ervaar en beleef. Finisterra is mogelijk, ik heb nog wat tijd om dat te beslissen.

De ganse Camino is al druk geweest, ik hoorde dat Pamplona 600 pelgrims op een nacht onderdak moest verschaffen en dat is nog in het begin. Het wordt ook steeds moeilijker om even in de coulissen te verdwijnen voor jeweetwelwat. Er verschijnen ook overal reisbussen die een hoop mensen met paraplu’s en sneakers afzetten en nadien  terug ophalen. Of mensen die met dagrugzakjes van hotel naar hotel trekken. Ik vraag me af of zij de geest van de Camino ook op dezelfde manier beleven.

Toch nog iets nieuws gezien: naaktslakken, allemaal pikzwarte. Wijngaardslakken zitten er al van in het begin.

Ponferrada – Villafrancia del Bierzo (24,1km)

Een tweede regendag op rij, alhoewel dat goed meevalt; tot een uur of 9 en dan terug na 14u, dus de meeste stapuren zijn droog of ongeveer.

De laatste kilometers lopen we tussen de wijngaarden, we zijn na de Rioja in een volgende wijnstreek terechtgekomen. Wat in het oog springt, is de schade aan de scheuten door de vorst, en wat ook opvalt, is dat sommige wijngaarden volledig zijn aangetast en dat anderen geen schade hebben. Zal van het soort druif afhangen, denk ik dan. Ik ben natuurlijk geen kenner, maar volgens mij wordt het een slecht wijnjaar, hoewel de wijnstokken wel nieuwe scheuten krijgen.

Vannamiddag heb ik tegen Paola gezegd dat ik liever alleen verder ga. Het is al de vierde dag dat zij in mijn buurt is, en dat ik ongeveer moet zeggen wanneer ze moet eten en waar ze mag slapen, en dan is het bijna mijn schuld als ze ’s nachts kou heeft of als ze haar paraplu(!) verliest.  Buen Camino verder, Paola.

Nogmaals bewijst de spreuk die Fons aanhaalde: ‘visite en vis blijven drie dagen fris’, zijn waarheid.

Ondertussen is de afstand die ik nog moet afleggen tot Compostela beneden de 200km gezakt. Nog één regendag en dan wordt het weer warm volgens het weerbericht, ik doe morgen en overmorgen twee korte wandelingen​, ander ben ik veel te vroeg daar.

Foncebadon – Ponferrada (27km)

Na een half uur stappen komen we aan het Cruz de Ferro. Ik laat er de stenen achter die mij werden toevertrouwd en ook een grote voor al diegenen die het niet zo woordelijk zegden.

Het is een natte, druilerige dag en de eerste opklaringen komen pas laat in de namiddag, maar dat is goed voor de allergie en eigenlijk vind ik in de regen wandelen niet eens erg. Bij aankomst de douche in en je bent weer opgekikkerd.

Astorga – Foncebadon (27km)

Nu zijn we op het hoogstgelegen bewoonde punt van de Camino op 1400 meter, dus 600 meter klimmen, waarvan 400 meter tijdens de laatste 8 km. De noveenaanbidding van gisteravond in de kathedraal van Astorga voor regen heeft nog niet veel effect gehad; een mager buitje vanmorgen en in de vroege namiddag. Ik ben nog niet lang in de albergue of de hemelsluizen gaan toch helemaal open.

Paola, mijn nieuwe stapgenote, droeg gisteren 2 rugzakken, 1 vooraan en 1 op haar rug, minstens 10 kg en zij weegt minder als ik. Er is een gemakkelijke manier om bagage te laten doorvoeren en ik heb haar ervan kunnen overtuigen om dat eens te proberen en ik mocht ook een deel van mijn bagage in haar rugzak steken, win-win! Zij regelt ook de boekingen voor de volgende dag, dan moeten we ons niet haasten om een bed te hebben. Weer win-win, als tegenprestatie leer ik haar hoe ze haar rugzak moet pakken en geef ik tips om gewicht te beperken.

Nachtelijk intermezzo

Het overkomt  iedereen wel eens dat je de slaap niet kan vatten en op een slaapzaal van 10 op 5 met 22 min of meer snurkende mensen, mag dat niet verbazen. Wat mij op het gedacht brengt om een kleine snurkanalyse te doen. Gedurende ongeveer 20 nachten heb ik al grote verschillen opgemerkt, er zijn keelsnurkers, neussnurkers, blazers, hijgsnurkers, op alle toonhoogtes en ritmes, soms synchroon, dan weer in dialoog, plots in een hoger of juist een lager volume, met of zonder bas-ondertoon. En nu is er een die een grommend zoefgeluid produceert.

Maar de absolute top, met stip is nog steeds de Italiaanse Giovanna, die in haar eentje de ganse derde verdieping van het klooster in Roncesvalles wakker hield, een ganse nacht.

Daar kan je nog een punt aan zuigen, schat.

Léon – San Martin del Camino (25,9km)

De Fenistil heeft zijn werk gedaan en dus verlaten we al om 6u45 de buitenwijken van Léon. Enkele kilometers verderop, krijgt mijn trouwe Deense compagnon het overlijdensbericht van zijn schoonzus, de zus van Solveg. Voor hem is de Camino afgelopen, hij neemt een taxi naar Compostella en vliegt morgen terug naar Denemarken. Ook dat is de Camino, zoals het leven zelf: een lach en een traan. Dus alleen verder langs een niet zo interessante baan, 20km. Pas in het laatste dorp verlaat ik de grote weg. Aan mijn rechterhand komen de bergen dichterbij en de besneeuwde bergtoppen lokken.

De ontvangst in de albergue is bijzonder hartelijk, zeker als ze merken dat het mijn verjaardag is. Dank trouwens aan iedereen die mij gelukwensen  stuurde! En dan is er ULTREIA weer: Paola een Zuid-Tiroolse, nodigt me uit om morgen samen te stappen, het warmt me helemaal op en ik voel me niet langer in een hoofdstuk van ‘leven en dood in den ast’, van Streuvels.

Zoals verwacht kwam er na de cena een taart en gezang in verschillende talen. Erg aangrijpend.

Bercianos del Real Camino – Léon (44km)

Zoals de meest pientere lezer (Raymond) opmerkt, is dat geen afstand om op 1 dag te doen. Het is zondag en we spelen vals; eerst te voet naar El Burgos, en dan per  taxi tot Léon, een mooi stadje dat een uitgebreid bezoek meer dan waard is, en zeer veilig want op zondag zijn de winkels gesloten. Het is de laatste grote stad voor  Compostela. Dus een rustdag en de kilometers lopen verder.?

Het weer is weer zeer warm, en met de zon zijn ook de pollen weer verschenen, met de bekende loopneus​, brandende ogen en een prikkelhoest. Lang leve de Fenistil!

Iedereen is verbaasd als ik zeg dat mijn rugzak minder dan 5 kg weegt, zonder eten en drank, en toch heb ik nog niets gemist dat ik niet bijheb.

Terradillos de los Templarios – Bercianos del Real Camino (23,4km)

Begrijp je nu dat ik die plaatsnamen niet kan onthouden? En dan passeren we er nog dagelijks een 5-tal, ik bespaar ze u.

Zowel de Nederlander die vorige nacht onderaan op het stapelbed lag, en de Amerikaan die me gisteren uitnodigde voor het diner, verblijven in dezelfde albergue in Bercianos del Real Camino. We spreken af om vanavond samen te gaan dineren.

Vorige herberg kende ik niet veel mensen, enkel 4 Zuid Koreanen, een kurieus geval, die 4. Enkele dagen geleden zaten ze bij mij aan tafel, ik veronderstel dat het 2 koppels zijn, al wat ouder, type triestige planten. Geen van hen spreekt een woord Engels. En opeens, als ik in een boekje zit te kijken, komt één van de mannen naar mij om de Hi Five te geven en het smiley-teken te demonstreren.

Er zijn veel (jonge)Zuid Koreanen op de Camino en allen hebben ze een andere uitleg; de ene komt uit kuriositeit, de ander door de katholieke scholen van onze Belgische missionarissen, een ander geeft toe dat het goed staat op zijn CV.

De kilometers tussen Burgos en Léon zijn er om afgemaald te worden, bij bewolkt en winderig weer kilometers lang naast een weg lopen, is niet van die aard dat je geïnspireerd blijft door de omgeving. Na het 15e Uitzonderlijk Mooie Panorama, begint ook dat te vervelen. Daarom nog een foto van breiwerkjes in bomen, lekker kleurrijk.

Naar …Templarios (27km)

De namen van de dorpen waar ik logeer worden precies elke dag langer en met meer stukken. De simpele namen zijn voor de dorpjes tussenin, waar soms echt niets is, geen bakker, albergue, bar, … nada.

De totale kilometerstand is gezakt naar 377, dus over de helft, wat gaat het vlug!

De blaar op mijn rechtervoet zit onder de Compeed, en het is goed te doen om te stappen, dus werken we het programma voor vandaag zonder problemen af (we= Jens en ik). Om iedereen onmiddellijk gerust te stellen; met een sliert pelgrims voor en achter je, en in gemeenschappelijke slaapzalen tot 40 à 50 personen is er absoluut geen kans op intimiteiten van welke aard ook. En als er al bosjes zijn onderweg, worden die veelvuldig gebruikt als toilet, want een Toi-toi kennen ze hier niet.
De etappes zijn nu vlak, met wat variatie van beschutting, geen of een paar struikjes. Het weer is goed tot 13u, daarna steekt de wind op en die wordt gevolgd door regen, ik was net op tijd onder dak. Ik had de laatste vrije plaats, Jens is naar de volgende albergue getrokken, hem zie ik morgen wel terug.