Dag 16: Casar de Cáceres – Cañaveral, 33 km

Mss wat regen

Vannacht was niet de beste van de camino; de nieuwe opgedoken pelgrims, twee NL, drie D, een Braziliaan en nog een van ongekende nationaliteit, konden goed snurken, zucht. En dan was er om vijf uur nog een incident waarbij er iets viel van het bovenste bed op de bril van de onderligger.

Ik had wel geluk dat ik de laatste vijf km kon meerijden met de taxi die Kathryn had opgeroepen. En de voorspelde regen bleef uit maar er was wel veel wind.

Dag 15: Cáceres – Casar de Cáceres 11 km

Weer een korte afstand, maar de volgende slaapplaats is 33km verder, daar gaan we niet aan beginnen om dat te combineren.

Gisteren vertelde ik al over de toegangswegen naar een stadje, vandaag was het een echte boulevard tussen de straat en de sportinrichtingen.

Hier is een kaasmuseum, een befaamde kaas met  schimmelkorst wordt hier geproduceerd:

La torta del Casar. Ik zoek er een te kopen na het bezoek aan het museum, maar zoals vele handelszaken is er een sluitingstijd na de middag. Voor de siësta.

Dag 14: Valdesalor – Cáceres 11 km

Gisterenavond hebben Gianni en Steve samen een maaltijd bereid om afscheid te nemen van mij en Kathryn, zij twee en Pedro stappen verder dan wij en bovendien verlaten ze de Camino binnen een dag of vier. De Vier Fransen en de rest stappen verder naar Compostela, die kom in nog wel tegen.

De aankomst in een stad is altijd anders; soms passeer je langs een begraafplaats, of een industriegebied, vandaag gaat het langs een universiteit en dan een reeks ziekenhuizen.

Cáceres is een stadje met een mooie oude stad die ontstond ten tijde van de Romeinen.

De eerste kaarsjens die werken 🙏 voor ieder die het nodig heeft

Wie het is, weet ik niet, maar zijn voeten blinken wel

En dan is er ook een man die de ganse tijd ‘broeder Jacob’ speelt op 1 snaar

Dag 13: Alcuéscar – Valdesalor 26,5 km

Er is veel verschil in de afstanden, gewoon omdat er tussenin nergens overnachtingsmogelijkheden zijn. Zo staan er volgende week vier opeenvolgende dagen van meer dan 30km op het programma. Dus dan wordt het serieus. Hoewel het vandaag ook al kan tellen omdat het laatste stuk moeilijk begaanbaar was door keien en stenen.

Vandaag met elf in de herberg: 4 Fransen, 1 Italiaan, 1 Spanjaard, 1 Engelsman, 1 Duitse, 2 Argentijnen en 1 Belg.

Mannen in huis is soms/altijd practisch: zo is vandaag een clipje aan een sluiting van mijn rugzak losgekomen en dan moet dat terug over een verdikking geschoven worden. Gianni, de Italiaan, heeft me geholpen en het is alweer geflikt, hij is hier met een zelfgemaakte carrettino, d.i. een wiel met een stuur en laadruimte. Ik ken nu nog een handige wiskundige meer😉.

Morgen tot Cacéres, een korte trip, dan is er nog tijd om de stad te verkennen.

Dag 12: Aljucén – Alcuéscar 19 km

Zondagswandeling.

Tot nu zijn er al vier Belgen in de albergue, twee van Lier, iemand  van Roeselare en ik van Leuven, dus een Vlaams avondje. We zitten in een Monasterio met avondmaal en donativo voor de bedden, wel op de derde verdieping met redelijk hoge trappen.

Er zal ook een zegening zijn voor het avondmaal. Dit zal de eerste gezamenlijke maaltijd zijn van deze Camino.

En die ‘rondleiding’ in de kapel viel tegen en het eten evenzo

Dag 11: Mérida – Aljucén 17km (iets verder omdat ik ergens een afslag miste)

‘I’ m still standing’ van Elton John klinkt vanmorgen tijdens het ontbijt op de radio, en het voelt ook zo voor mij; gisteravond hebben we afscheid genomen van twee medepelgrims die me nauw aan het hart liggen. De Camino is vooral een erg persoonlijke tocht en de beslissing om te stoppen, is moeilijk.

Mede daardoor ben ik eigenlijk een beetje opgelucht dat ik die afslag miste. Nu moet je weten dat ik niet gemakkelijk terugkeer op mijn stappen, dan zoek ik liever een alternatieve weg en dat lukt meestal. Nog een voordeel is, dat het er heel kalm is. Ik zie op het ongeplande gedeelte vier of vijf hazen en een ooievaarsnest.

In de namiddag kom ik het koppel uit Lier weer tegen. De man blijkt de broer te zijn van een collega prikster in het Antwerpse.

Dag 10: Torremejia – Mérida 15,7km (door de nabijheid van de autostrade niet zo aangenaam)

Maar zelfs dat gaat voorbij en het tweede deel was zelfs aangenaam.

Hoe dat afgelopen is met die bergen van gisteren? welnu, de weg liep er netjes tussenin, dus ook goed afgelopen.

Vanmiddag heb ik nog drie Romeinse gebouwen bezichtigd, en met mijn kaart van de grote gezinnen had ik 50% vermindering, de foto van mijn kaart volstond.

Morgen gaan er weeral twee naar huis, de Noor en de Hollander zien het niet meer zitten. Het groepje wordt klein, maar hopelijk komt er nieuw volk bij.

De albergue hier in Mérida is gevestigd in een oude watermolen, heel mooi.

Dag 9: Villafranca de los Barros – Torremejia 28km

Een vervelende trip: altijd rechtdoor op een rechte weg, licht glooiend. De enige afleiding is tussen welke beplanting je stapt: olijven of druiven. Buiten een dood schaap en een leuk bruggetje was er niets te beleven. Aan het eind kwamen de bergen wel erg dichtbij, het vervolg is voor morgen. En dan liep ik een weg die duidelijk niet meer in gebruik is met veel tot zeer veel modder zodat mijn bottines onder het slijk zitten.

De eerste slachtoffers van knie-en andere problemen zijn gevallen. En er zijn er al terug naar huis. De volgende die ons zal verlaten is de Noorse pelgrim.

Morgen is het een kortere etape: 14km

Dag 8: Zafra – Villafranca de los Barros 21km (eerst wat omhoog, dan ongeveer plat)

Vandaag komen de nieuwe pelgrims overal tevoorschijn zodat de albergue volzet is en een Fransman zijn bed heeft afgestaan. De eerste Belgen, een koppel uit Lier, werden vanmorgen aangekondigd door een jonge Duitser uit Regensburg, de tamtam werkt goed. Een Amerikaan van North Carolina beent me even later voorbij.

In de Goede Week zal het erg druk worden op alle caminos. Als het weer zo goed blijft kunnen we mss buiten slapen, hoewel ’s nachts is het nog wel koud.

Dag 7: Fuente de Cantos – Zafra 24 km (490m dalen, 610m stijgen)

Eindelijk het perfecte camino-weer: een blauwe hemel en zon.

In Zafra komen we weer allemaal samen, een tiental pelgrims van ongeveer evenveel nationaliteiten wat een gekke humoristische mix creėert. We wandelen apart, en vanaf de namiddag zijn we ‘joking’. Ik ben nog geen enkele keer alleen gaan eten en heb al veel gelachen. Niet moeilijk als er oa een Engelsman en een Noor met een Hollander optrekken.