Patricia gaf vanmorgen genoeg mondvoorraad mee, want het wordt een lange tocht, 36km. Vincent heeft het niet door dat de afstand in vogelvlucht korter is dan de werkelijkheid.
Zij vertelde dat ook hier de everzwijnen een plaag worden: normaal werpen ze 2x per jaar 2á 3 jongen, maar nu zijn dat al 3 worpen van 5á 6 jongen en ook de reëen, die normaal één jong hebben, verdubbelen hun kroost, verschillende moeders hebben twee bambi’s.
Vlak voor de middag kruist een vos de weg op een tiental meters vóór me. Als hij me ziet vlucht hij in de maïs.
In het bos hoor ik de krekels zingen. Marijn, weet je nog wanneer de krekels zingen?